Als ik de titel zo opschrijf lijkt het wel of ik inmiddels bijna aan mijn pensioen begin, een beetje in de trant van opa Keimpe vertelt. Uiteraard is dit niet zo, maar de titel kwam in mij op omdat ik momenteel weer meer trainingen geef bij universiteiten en hogescholen. Lopend door de bibliotheken bracht mij dat onbewust terug naar mijn eigen studententijd.
Studenten hebben alle informatie die ze nodig hebben binnen handbereik middels oneindige kasten met boeken, openbare websites (zoals Rechtspraak.nl, wetten.nl) tot zoeksystemen als Rechtsorde. Als ik dat vergelijk met ruim 10 jaar geleden toen ik zelf nog studeerde is dat een wereld van verschil.
Op zoek naar de juiste boeken door middel van kaartenbakken of systemen op een centrale computer. Struinend door de gangen op zoek naar het ene boek dat je nodig hebt in de hoop dat die niet is uitgeleend.
Toen ik in het kader van mijn opleiding een half jaar stage moest lopen kwam ik uit bij Rechtsorde. Op voorhand had ik geen idee wat ik kon verwachten en wat Rechtsorde nou precies was. Het concept contentintegratie stond echt nog in de kinderschoenen. Om een beeld te schetsen van hoe Rechtsorde er tijdens mijn stage uit zag:
Het jaar na deze stage begon ik aan mijn scriptie en toen zag ik de echte meerwaarde in de praktijk van een systeem zoals Rechtsorde. Wat een luxe!
En toch heb ik het idee dat veel studenten, maar ook afgestudeerde juristen, nog lang niet volledig gebruik maken van de onbegrensde mogelijkheden die er zijn. We zijn enorm verwend door Google, die (bijna) altijd, snelle en goede resultaten toont, maar dit kan ook juist een valkuil zijn. Zoals mijn collega Kees al in de vorige bijdrage aanhaalde, het blijkt toch lastig om het onderste uit de kan te halen wanneer het gaat om digitale juridische bronnen.
Wekelijks merk ik dat belangrijke functionaliteiten over het hoofd worden gezien. Het eenvoudig raadplegen van wetsgeschiedenis, relevante commentaren bij wetsartikelen bekijken of het eenvoudig vullen van de voetnoten bij een scriptie of wetenschappelijk artikel. We zijn als Rechtsorde bezig om al deze functionaliteiten op logischere manieren beschikbaar te maken. Om erachter te komen wat gebruikers nu echt willen, ‘prototypen’ we veel nieuwe concepten. Dit geeft ons goed inzicht in de behoeftes en wensen van onze gebruikers.
Dit doen we met een groter doel in ons achterhoofd, namelijk nóg intuïtiever worden zodat de student Rechtsorde nog makkelijker gaat vinden. Aan de ene kant zit het in ons product waar we het één en ander aan bij kunnen schaven, maar aan de andere kant zit het hem ook in de training. Ook de gebruiker moet tijd investeren in een product om er het meeste uit te halen. D. Casey Flaherty, director of Legal Projectmanagement voor Baker McKenzie en auteur van de bestseller Unless You Ask (aanrader!), benadrukte tijdens Lexpo 2016 het belang van het trainen van eindgebruikers van softwareproducten. Het aanschaffen is een investering, maar het niet juist opleiden van je mensen is nog duurder. En dit is natuurlijk niet alleen het geval voor advocaten maar natuurlijk ook voor studenten. Nu (tijd) investeren in het beter worden in het gebruik van juridische zoeksystemen zal zich in de loop van de tijd uitbetalen, want hoe je het wendt of keert, systemen als Rechtsorde zullen een onmisbaar goed blijven in de huidige juridische markt.
En als ik één ding heb geleerd over Rechtsorde de afgelopen jaren tijdens alle trainingen en klantbezoeken: je kan zo veel meer met Rechtsorde dan je in eerste instantie denkt. Dus investeer dat kleine beetje tijd om eens goed te bekijken wat je allemaal uit een systeem kan halen, daar ga je nog jarenlang profijt van hebben. Als ik mij dit toch eens tijdens mijn studie had bedacht…